schilderijen

Essays

De man die iemand anders was

2014

Het werk van Tjalf Sparnaay borduurt direct door op Nederlandse traditie van minutieus realistisch geschilderde etenswaren uit de Gouden Eeuw. Wie naar het Mauritshuis gaat ziet de glimmende vruchten van Adriaen Coorte, en in de eregalerij van het Rijksmuseum, een passage die leidt naar de Nachtwacht, is het eerste schilderij in de eerste nis links het prachtige 'Stilleven met vergulde bokaal' van Willem Claesz Heda. Tussen de 'ontbijtjes' van Heda en de broodjes kaas en slabakken van Sparnaay zit echter niet veel continuïteit. De renaissance van het ver doorgevoerde realisme is dan ook niet ontstaan in Nederland maar in de Verenigde Staten.

In de jaren zestig, toen de vernieuwing van de schilderkunst niet door kon in nog verdere abstractie, begon een generatie te schilderen met de precisie van de Gouden Eeuw, maar met objecten uit het dagelijks leven van toen: auto's, etalages, diners, huiselijke taferelen. Chuck Close schilderde enorm grote en gedetailleerde portretten van de mensen om hem heen. In Nederland was het fotorealisme geen grote stroming, ja zelfs bleef alle realisme door velen met de nek aangekeken worden. Bij zo weinig traditie was niemand in staat, of voelde niemand de aandrang, om driehonderd jaar na dato terug te grijpen op Coorte en Heda. De keten van meester-gezellen, de keten van docenten en studenten van kunstacademies, die keten die garant staat voor overdracht van technieken, smaak, voorkeuren, was in Nederland eenvoudigweg een geheel andere kant op gegaan. De stap kon daarom alleen worden gezet door iemand die niet uit die keten kwam.

Tjalf Sparnaay is een man die iemand anders wil zijn. Nu wil iedereen wel iemand anders zijn dan hij is, maar Sparnaay durfde het ook te proberen. Bij herhaling. Hij studeerde aan de academie voor lichamelijke opvoeding en werd sportleraar. Maar van sportleraar werd hij, aanvankelijk in zijn vrije tijd, schilder. Duidelijk geïnspireerd door het magisch realisme van Willink vond hij uiteindelijk zijn weg door kennis te nemen van het Amerikaanse fotorealisme, en er op over te gaan. Nu hij, en niet dankzij een onmiddellijke grote herkenning en waardering in Nederland maar via internationaal succes door galeries in Londen en de VS, inmiddels weet dat hij elk schilderij kan verkopen en zijn leven kan vullen met zijn tot vak geworden schildershobby, nu heeft hij onlangs zijn eerste CD opgenomen met free jazz muziek (op de vleugel, met zijn vriend Rob Jacobs op de tenorsax).

Hoe waardevol de continuïteit in de kunsten ook is, de overdracht van meester op leerling, soms kan een doorbraak alleen komen van iemand die iemand anders wil zijn. Van wat men onvriendelijk een dilettant zou kunnen noemen, of een selfmade man. Iemand die voor zichzelf begint, en een genre schept waar het niet was. Niemand schilderde in zulk extreem detail etenswaren. Ja, er was fotorealisme, maar als je een stap dichterbij deed viel de realistische illusie al snel uiteen. Die stap, waar de illusie verdwijnt of ontstaat, is overigens het thema van het latere werk van de genoemde Chuck Close, dat korte moment van pixel naar plaatje, waar de wens van onze hersenen om in te vullen, te begrijpen, te duiden, waar die wens het werk doet; waar je opeens een glimlichtje in een oog ziet, en met een stap dichterbij is er helemaal geen licht, ja is er zelfs geen oog, alleen verf en abstractie, en dan met een stapje terug kijkt het oog je weer aan. Maar bij Sparnaay lijkt er geen einde te komen aan het realisme, nog een stap dichterbij: er zitten waterdruppeltjes op de tomaat, nog een stap: een glans op het waterdruppeltje, wie durft er nog dichterbij te komen?

Misschien moet je wel de eindeloze energie hebben van de nieuwkomer, de motivatie van iemand die niet vanuit een traditie schildert maar voor het eerste het walhalla van de schilderkunst binnentreedt en als kid in the candy store helemaal tot het uiterste gaat, om je zo extreem te kunnen wentelen in het plezier van het detail. Wie schildert er een volle afwasmachine, met de was gedaan, maar niet helemaal goed, waardoor je hier en daar nog een piepklein etensrestje ziet, en als je goed kijkt in de reflectie in een lepel ook een zelfportret van de schilder/fotograaf? Hoeveel geheim plezier moet je hebben om dergelijke details te verbergen in wat de meeste beschouwers als een knap geschilderde weergave zullen zien van een oorspronkelijk thema, maar zonder die details op te merken? Dan moet je een beetje niet helemaal normaal zijn. En Tjalf Sparnaay is zeker niet normaal. Hij is uitzonderlijk. Zijn werk werd in Nederland nauwelijks gekend, anders dan dat van Henk Helmantel, die ook in zijn thematiek en techniek heel expliciet teruggrijpt op de stillevens uit de Gouden Eeuw. Het succes moest echt werden gevonden ver van de Nederlandse kunstwereld, ver van de musea, de subsidies, de recensies. Jaren lang leek Nederland niet veel verschil te zien tussen het herderinnetje met een traan, en de hyperrealistische broodjes kroket of patat met mayonaise.

De geschiedenis van het fotorealistisch schilderen is geschreven in de massieve werken van Louis K. Meisel, te beginnen met Photorealism (1980). (Het was ook dat werk dat een belangrijke inspiratie leverde voor de beginnende Sparnaay). Er zijn inmiddels een aantal delen in die serie, waar allemaal Amerikanen op de cover staan, maar op de cover van een ander belangrijk overzichtswerk Hyperrealist Art Today uit 2006 staat een Nederlander. Tjalf Sparnaays schilderij van een briefkaart van Vermeer's meisje met de parel, in cellofaan met een prijskaartje erop, in een rek van een touristenwinkeltje. Dus het is alleen maar passend dat Nederland eindelijk omtdekt wie we in huis hebben. Dat er voor het eerst in een Nederlands museum een overzichtstentoonstelling komt van de nieuwe Nederlandse meester, de nieuwe Heda De man die zelf ontdekte hoe je een doek zo kunt voorbewerken, zo spiegelglad kunt maken, dat de penseel zonder hapering de kleinste details wil weergeven. Die hyperrealistische objecten liet zweven in een abstracte achtergrond van alleen een vage monochromatische gradient. Die de perfectie benadrukt door kleine smetjes, het ideaalbeeld vormt door er rafelrandjes aan te maken. Die koketteert met esthetiek zonder iets mooier te maken. Die een verhaal vertelt in details zonder er zo op het oog iets mee te bedoelen, die alles zegt zonder een boodschap te hebben. Je vraagt een jazzmusicus ook niet wat hij bedoelt met zijn muziek. In zijn uiterste realisme is de kunst van Sparnaay totaal abstract.

Ronald Plasterk
2014

Grafittical Archaeology

Lees meer
Kunst uit entropie: Tjalf Sparnaay en de archeologie van graffiti

Lees meer
Artist's statement:

Lees meer
De man die iemand anders was

Lees meer
Megarealisme, het miljoenvoud van de eenvoud, over het werk van Tjalf Sparnaay

Lees meer
Er schuilt een Morris Louis in de rand van de slakom
Het megarealisme van Tjalf Sparnaay

Lees meer
Portret van de persoonlijkheid van de schilder.

Lees meer
Gooi-en Eemlander

Lees meer
Collect

Lees meer
Interview with FOODIES WEST, DECEMBER 2013

Lees meer
The Most Delightful Egg: Tjalf Sparnaay & Hyperrealism

Lees meer
Interview Neweekly, China’s biggest Society Magazine

Lees meer
FOUR, prestigious and biggest Magazine on food

Lees meer
Interview with HR+, the Turkish Art Glossy

Lees meer
Exactitudeboek 2009 vertaling

Lees meer