paintings

Essays

Collect

December 2014

Lekker Hollands. Megarealist Tjalf Sparnaay in Museum De Fundatie

Hij heeft eigenlijk niet zo veel met eten. Is geen ‘foodie’. Maar staat wel bekend om zijn meer dan realistische schilderijen van een broodje hamburger, een bakje patat-met en gebakken eieren. Hij vergroot ze tot enorme proporties. Zodat je er wel naar móet kijken. Zoals je er niet eerder naar keek. Tjalf Sparnaay is de Hollandse Meester van het Hyperrealisme.

Een hamburger eet hij nooit, hij snoept nauwelijks. Draadjesvlees vindt Sparnaay daarentegen wél erg lekker. “Als er maar niet van die gelige vetjes aan zitten. Die moest ik vroeger in mijn eentje op mijn kamer opeten.” Hij vindt het heerlijk om draadjesvlees te maken, ‘lekker urenlang sudderen’. Dat is te zien aan de close up van het oer-Hollandse ‘prakje’ dat hij schilderde. Het water loopt je in de mond bij het zien van de kruimige aardappels, het sappige, bijna uit elkaar vallende vlees en de wat glazige sperziebonen.
Textuur en stofuitdrukking zijn belangrijk voor Sparnaay, maar ook licht en reflectie. ‘Zeventiende-eeuwse deugden’ noemt hij ze, die hij terugvindt in voedsel. “Het onderwerp vormt een kader waarbinnen ik mijn verhaal kwijt kan,” vertelt Sparnaay. Een voorwaarde is wel dat de vormen en de textuur spannend zijn om te schilderen. Boerenkool vindt hij echt te saai.

Snel! Ik heb een bel
Het draait dus niet zozeer om smaak. Maar dat hij gek is op eieren, is meegenomen. Sparnaays gebakken eitjes zijn een lust voor het oog. Glanzend, het licht reflecterend – je ziet het eigeel bijna lillen – met een knapperig bruin randje, een gaatje of een luchtbelletje. Het werk begint in de keuken. “Voor een portret van een eitje bak ik er soms wel achttien achter elkaar. Onwillige eitjes worden met behulp van een spatel een beetje in de gewenste vorm geduwd. Vervolgens breng ik ze uit de pan rechtstreeks naar het atelier. Om ze te bestuderen en te fotograferen. In het geval van een luchtbel moet ik snel zijn”, lacht Sparnaay. Aan de hand van de foto’s kan hij zijn onderwerpen langdurig en van heel dichtbij bekijken. Zonder dat hun oppervlak aan smeuïgheid of glans verliest. Hij combineert en componeert vervolgens net zo lang totdat een nieuw beeld ontstaat.
De fotoseries zijn voor Sparnaay wat schetsen waren voor de Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw. Ook zijn werkwijze vertoont overeenkomsten met de atelierpraktijken uit die tijd. ‘Flower Power’ is een moderne interpretatie van een bloemstilleven uit de Gouden Eeuw: een samengesteld boeket, een compositie van bloemen die in de realiteit nooit samen in een vaas hadden kunnen staan omdat ze in verschillende periodes bloeien. De bewolkte hemel achter de bloemen refereert aan de beroemde zeventiende-eeuwse luchten en natuurlijk ontbreken details als een slak en een vlinder niet! Maar er is nog iets. De bladeren van Sparnaays zonnebloem verkleuren en zijn aan het uitvallen, de tulpen buigen hun hoofden, de rozenblaadjes krullen al licht om. Het zijn verwijzingen naar het in de zeventiende eeuw veel toegepaste vanitas-thema, dat staat voor verval en vergankelijkheid.

Spannende vlakjes
Ook het grote werk van een kom sla is ontstaan met behulp van foto’s. “Heb je ooit zó naar een bak sla gekeken?” vraagt Sparnaay. Het is een hele gewone glazen kom.
Zoals ze te koop zijn bij Blokker of de Hema. Gevuld met bladsla, partjes tomaat, zwarte en groene olijven, flinterdunne plakjes radijs, een verdwaald maïskorreltje, stukjes hardgekookt ei, een schijfje citroen en overgoten met een heldere dressing. Op het eerste gezicht een frisse, gevarieerde salade. Maar wel aangebroken. De ingrediënten zijn door elkaar gehusseld: de olijven zijn naar de bodem gezakt, het ei plakt tegen de wand, het citroenschijfje is niet meer intact. Sparnaay: “Ik houd van imperfectie. Zoals de kom ook niet in het centrum van het doek is geschilderd, maar aan een zijde wordt afgesneden.”
Er blijkt meer te ontdekken. Gaandeweg zie je niet meer dat het een kom met sla is. De langgerekte vegen op de rand van de kom bijvoorbeeld, maken dat je weet dat de kom van glas is en een bolle rand heeft. Maar wanneer je de rand zou isoleren, verandert deze in een abstract kunstwerk. Het citroenschijfje hoeft ook niet als een citroenschijfje te worden gezien. Het is opgebouwd uit grillige vormen en vrije vlakken en kan eigenlijk van alles zijn. Sparnaay vindt het ‘spannende vlakjes’ om te schilderen en verheugt zich altijd op deze ‘abstractiemomentjes’.

De smerigste
Op de ezel in het werkgedeelte staat een groot schilderij. De contouren van een stilleven zijn al zichtbaar en hier en daar ingevuld. De hoofdrol is weggelegd voor alledaagse Hollandse producten: een fles Heinz tomatenketchup, een schaaltje mayonaise, een zoutvaatje, een broodje hamburger, een pepervaatje en een servet dispenser. Sparnaay heeft zichtbaar plezier in het schilderen van details. Zoals het gescheurde etiketje op de hals van de ketchupfles en de achtergebleven ketchupresten, verkleurd en uitgedroogd – een beetje ranzig, zoals dat gaat bij een fles ketchup... Het toont zijn enorme vakmanschap.
Over het te schilderen broodje hamburger zegt Sparnaay: “Het moet de smerigste worden die je ooit hebt gezien, met druipende gesmolten kaas en ketchup.”
Hij vertelt dat kopers voor dit soort broodjes in de rij staan. Net als voor het halfleeg gegeten bakje patat dat hij schilderde. Zo’n bakje dat is achtergelaten op de tafel van een snackbar en dat je niet wilt aantreffen als je er gaat zitten. Toch vallen mensen voor deze beelden. De illusie fascineert. Maar ook ‘het vieze’. Een broodje hamburger waar van alles uit valt wanneer je je tanden er in zet, refereert aan de behoefte om met je handen te eten.

Love at first sight
Het draait in Sparnaays werk niet alleen om het verbeelden van voedsel dat wel eens kleine ergernissen kan oproepen of ongemakken kan geven bij het nuttigen ervan. In tegenstelling tot zijn wat rauwe hartige broodjes en snacks hebben Sparnaays gebakjes, petitfours en ijscoupes door hun felle kleuren iets kinderlijk frivools. Ze zijn heel ‘echt’, maar worden bijna onwerkelijk wanneer ze op zichzelf staan.
Hetzelfde geldt voor ‘Cindy II’. Grote, onschuldige ogen en nooit in een slecht humeur, het leven is immers altijd leuk als je ‘een Cindy’ bent. Sparnaay ontmoette haar in de speelgoedwinkel: “Ik was op zoek naar een popje met een lieve uitstraling, zonder die Amerikaanse perfectie. Het klikte meteen!” Sparnaay portretteerde de platinablonde Cindy tegen een kunstmatig uitziende, blauwe achtergrond. Gekleed in een wulpse bikini en met een te grote gouden ketting om haar lange nek. Klaar voor een volgende heerlijke dag aan het strand. Iedereen die ooit in het bezit is geweest van een Cindy-pop herkent de buigbare armen en benen en de draaibare romp. Maar ook
de haren, waarmee na een paar keer kammen, wassen of knippen niets meer te beginnen valt. Puur jeugdsentiment.
De lieve Cindy contrasteert sterk met ‘De Handen’, een van de meest opvallende schilderijen die Sparnaay maakte. Afgebeeld zijn de handen van een vrouw die boven een wasbak bezig zijn met inzepen en afspoelen. De eindeloos lange, rode nagels werken hypnotiserend, bijna erotiserend. Ook dit werk bevat de zo kenmerkende gelaagdheid van Sparnaay. Handen wassen. Alledaagser kan bijna niet. Je doet het bijna gedachteloos. De suggestie van de bewegingen bij het handen wassen is ijzersterk, de detaillering fenomenaal: de huid die door het stromende water hier en daar enigszins vervormd lijkt, de zeepresten onder een van de nagels, het wittige randje net boven de nagelriem van de duim, het subtiel gekleurde zeepsop. In de weergave van het porseleinen oppervlak van de wasbak, de sijpelende waterstraal en de zeepbellen in het afvoerputje herken je Sparnaays drang tot het creëren van abstractie.

Hyper – Super – Mega
Sparnaays atelier is een wereld op zichzelf waarin van alles te zien is. Composities van schelpen, foto’s, historische objecten en veel literatuur te midden van vintage spulletjes en moderne meubelen. Overal staat en hangt eigen werk. Ook werk dat op het eerste oog door anderen lijkt te zijn gemaakt. Zoals een groot, stemmig Iers heuvellandschap dat hij in 1983 schilderde. Hij voorzag het landschap van elementen die voortkwamen uit zijn fantasie. De sfeer van het werk doet denken aan het Magisch Realisme van Carel Willink.
Van slechts enkele jaren later dateert een schilderij in sterk realistische stijl. Afgebeeld is een straat in de stad waarin een trambaan, een verwrongen fiets en een stoere ‘rockchick’ figureren. Een ‘heimweeschilderij’ volgens Sparnaay. Hij bewoonde in die jaren een boerderij in Drenthe en miste de levendigheid van de stad. Het werk toont zijn interesse in het Fotorealisme. Zoals in het Ierse landschap zijn voorliefde voor structuren en oppervlakken al naar voren komt.
Het Fotorealisme ontstond in de jaren zestig en zeventig in de Verenigde Staten. Het is een figuratieve stijl waarin de werkelijkheid zó realistisch wordt verbeeld dat er een bijna fotografische weergave van het onderwerp ontstaat – koel, neutraal en zonder expressie. De stijl leeft voort in het Hyperrealisme of Superrealisme en is inmiddels aan een wereldwijde revival begonnen. Het gaat daarbij om het meer dan levensecht weergeven van een fragment uit de werkelijkheid dat wordt geïsoleerd en sterk vergroot. Of zoals Sparnaay het beschrijft: “Door het op te blazen wordt er kunst van gemaakt. Ik noem het Megarealisme. Het bekt lekker en is een eigentijdse term.”
Sparnaay kiest voor hele gewone onderwerpen uit het dagelijks leven, voor objecten die als vanzelfsprekend worden beschouwd, waar niet bewust naar wordt gekeken –een fietsstuur, de knikkers uit zijn jeugd, lollies, een platgetrapt blikje Coca-Cola. Hij wil mensen verbazen en hoopt dat ze door te kijken andere lagen ontdekken. De opmerking “Zo heb ik er nog nooit naar gekeken” is voor hem een groot compliment.

Sandra van Berkum

 

In Museum de Fundatie-Paleis zijn van 17 januari t/m 6 april 2015 maar liefst vijftig schilderijen van Tjalf Sparnaay te zien, afkomstig van collecties uit de hele wereld.
‘Closer. Het megarealisme van Tjalf Sparnaay’. www.museumdefundatie.nl

 

 

Bijschriften

Tjalf Sparnaay (Haarlem 1954) in zijn atelier met het schilderij ‘Sla’

Sla (detail), 2008, particuliere collectie

Cindy II, 2006, particuliere collectie

Gebakken ei, 2013, particuliere collectie

De Handen, 2002, particuliere collectie

Draadjesvlees, 2008, particuliere collectie

Petit Four, 2011, particuliere collectie

Vieze ketchupfles, 2014, particuliere collectie

Grafittical Archaeology

Read more
Kunst uit entropie: Tjalf Sparnaay en de archeologie van graffiti

Read more
Artist's statement:

Read more
De man die iemand anders was

Read more
Megarealisme, het miljoenvoud van de eenvoud, over het werk van Tjalf Sparnaay

Read more
Er schuilt een Morris Louis in de rand van de slakom
Het megarealisme van Tjalf Sparnaay

Read more
Portret van de persoonlijkheid van de schilder.

Read more
Gooi-en Eemlander

Read more
Collect

Read more
Interview with FOODIES WEST, DECEMBER 2013

Read more
The Most Delightful Egg: Tjalf Sparnaay & Hyperrealism

Read more
Interview Neweekly, China’s biggest Society Magazine

Read more
FOUR, prestigious and biggest Magazine on food

Read more
Interview with HR+, the Turkish Art Glossy

Read more
Exactitudeboek 2009 vertaling

Read more